De topper tussen Charleroi en FT Antwerpen – de nummer drie tegen nummer twee in de rangschikking – is geëindigd in een 5-5-gelijkspel. Op zich lijkt dit een resultaat, waarmee men in Antwerpen zou moeten kunnen leven. Na afloop van de clash was er weinig vreugde bij de Sinjoren. Een zekere zege ging alsnog in rook op.
Jasper Buyl had even tijd nodig om te bekomen van de puntendeling. “Vooraf hadden we misschien wel getekend voor een gelijkspel in Charleroi. De Carolo’s zijn uiteindelijk een titelkandidaat. Een punt buitenshuis kan dan als een succesje worden bestempeld. De wedstrijdomstandigheden zorgden ervoor dat het positieve gevoel helemaal omsloeg. We gaven de match in de slotfase helemaal uit handen, we kenden een complete black-out.”
Laatste twee minuten
Voor de neutrale toeschouwer werd het een bewogen slot. Jasper Buyl bevestigt. “Vijf minuten voor tijd luk ik de 2-3. Het verhaal werd nog mooier, want drie minuten later kwamen we zelfs 2-5 voor. In principe moet je dan gewonnen spel hebben. Het liep echter helemaal fout. Op 1’40” van het einde scoorde de thuisploeg. 3-5. Op zich nog altijd geen vuiltje aan de lucht. Exact één minuut later lukt Charleroi de aansluitingstreffer. Je beseft dan dat je die laatste veertig seconden in overlevingsmodus moet, maar je blijft alle troeven in handen houden. Op twintig seconden van het laatste fluitsignaal begaan we een zesde ploegfout. De thuisploeg zette de strafschop om. Meteen begrijp je dat dit een enorme domper was.”
Nieuwe uitdaging vrijdag
Lang treuren zit er voor de spelersgroep niet in. Jasper Buyl beseft dat er vrijdag al een nieuwe uitdaging wacht. “In de kwartfinale van de beker treffen we volgende vrijdag Anderlecht. Komt die match op een goed moment? Ik weet het niet. We kunnen het puntenverlies in Charleroi ‘wegspelen’. Anderzijds wordt het een zware klus tegen de landskampioen. Paars-wit start duidelijk als favoriet. In de competitie konden we hen twee punten afsnoepen na een goede match. In één match in de eigen sporthal is alles mogelijk. Daar moeten we ons aan optrekken.”
Artikel HLN.be: Erik Vandeweyer